Hoofdstuk 1: De Lutte, Nederland, 4 februari 1995

 

‘Ik word doodmoe van jou!’ zei Sophia, terwijl ze de klep van de vaatwasser met een klap dichtdrukte. ‘Jíj zou Virginia en Maria naar volleybal brengen! Dat hadden we afgesproken.’

‘Sorry, ik ben het glad vergeten,’ zei Harry. Hij was zo blij dat hij had kunnen regelen de technisch directeur van Sweet Oils te spreken te krijgen, dat hij er geen moment aan had gedacht wat hij met Sophia had afgesproken. ‘Ik heb een afspraak met een belangrijke klant.’

Sophia zette haar handen in haar zij en keek hem aan. ‘Dan zeg je hem maar af. Hoor je dat? Zeg hem af!’

‘Luister eens even. Ik kan er niet onderuit en wíl dat ook niet. Het heeft wéken gekost om die afspraak in de agenda’s te krijgen.’

‘Je houdt nooit rekening met mij! Je hebt zeker ook nog niet dat rapport nagekeken, wat ik je gevraagd heb?’

Verdomme, ook dat nog. ‘Dat heb ik voor vanavond gepland.’

‘Dat bedoel ik nou! Ik ben al twéé keer gebeld met de vraag waar het blijft en dat is nog nooit gebeurd. Mierda, ik houd altijd rekening met jou, met jouw werk. Altijd! Of niet soms? Nu wil ik —’

Ze werden gestoord door Maria die op kousen binnenkwam. ‘Mama, ik kan mijn gymschoenen niet vinden.’

‘Ik kom zo bij je, schat. Vraag Virginia maar of zij weet waar ze zijn.’

‘Heb ik gedaan. Zij weet het ook niet.’

‘Ga maar vast naar boven.’ Ze wierp een blik op de keukenklok. ‘Ik kom er zo aan. Ik ben nog even met papa aan het praten.’

Toen Maria de deur achter zich had dichtgedaan, zei Sophia: ‘Nu is er één keertje – één keertje – dat ik wat voor mezelf vraag en dan ben jij het weer vergeten. Het is zaterdag. Je denkt nooit eens na!’

‘Ik ben om twee uur terug of zo. Dan kun je toch altijd nog gaan?’

Haar ogen vlamden weer op. ‘Jij snapt er ook niks van, hè? Het punt is dat je mij geen respeto toont door geen rekening met mij te houden, hombre.’

Hij zuchtte en wreef zich in zijn ogen. “Hombre” noemde ze hem altijd, als ze kwaad was. Hij snapte wel dat haar veeleisende baan in combinatie met de zorg voor hun dochters de nodige organisatie vergde, en dat ze die spaarzame momenten dat ze haar eigen gang kon gaan gewoon nodig had. Maar wat kon hij er op dit moment aan doen? Hij moest nú weg, anders was hij niet op tijd. ‘We hebben het er vanavond wel over,’ zei hij, terwijl hij naar haar toe liep om haar in zijn armen te nemen.

Sophia maakte een afwerend gebaar en liep naar de deur. ‘Ik breng ze wel,’ zei ze, terwijl ze enigszins gekalmeerd leek, ‘maar vergis je niet, hombre. Estoy furiosa!’ Ze beende de keuken uit en smeet de deur achter zich in het slot.

Een reactie plaatsen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Social media & sharing icons powered by UltimatelySocial