Het schrijven van een boek is een proces dat niet kan zonder ondersteuning.
In de eerste plaats dank ik Olga, mijn vrouw, en onze kinderen Kim, Marit en Thijs voor hun hand- en spandiensten en hun geduld als ik weer eens met personages op stap was.
Dan zijn er die onmisbare proeflezers die in diverse stadia de moeite hebben genomen een verhaal te lezen dat nog niet ‘af’ was. Voor een schrijver zijn ze van wezenlijk belang om te kunnen nagaan of scènes ook overkomen als bedoeld, personages beklijven en de verhaallijnen logisch zijn en geen ongeloofwaardigheden en inconsistenties bevatten. Daarnaast is een vertrouwensband tussen schrijver en proeflezer essentieel. Ik zal ze niet allemaal noemen, maar drie springen eruit.
Conny Hoogendoorn heeft vooral intensief meegedacht over het kleuren van de personages en scènes tot vervelens toe gelezen en becommentarieerd. Ze leerde me dat voortdurende tegenwind de lezer uitput en dat rukwinden veel enger zijn. Door haar inbreng zijn ze nog beter uit de verf gekomen en heeft het verhaal aan balans gewonnen. Haar schrijfcollega’s noemen haar niet voor niets de koningin van het korte verhaal. Voor liefhebbers is haar verhalenbundel Tegenwicht een must: http://connyhoogendoorn.nl/
Ten tweede Hendrike van der Weij. Zij heeft een scherp oog voor taal, zowel op detailniveau als de grote lijn. Ik ben de tel kwijtgeraakt hoe vaak ze met engelengeduld het verhaal heeft doorgeakkerd.
Als derde Joanne Dohle van QuaLibri Schrijfschool dat ze samen met haar man heeft opgezet. Joanne is subliem in analyseren van teksten. Ze weet feilloos aan te geven waar je moet versnellen of vertragen, hoe je teksten sterker aan het personage kan verbinden, en hoe je details moet doseren. Voor de schrijvers onder jullie beveel ik haar blog aan: https://schrijflantaarn.nl/
Tot slot bedank ik Inanna van den Berg van uitgeverij Ambilicious. Niet alleen zag ze onmiddellijk potentie in mij als schrijver, ze heeft me ook intensief begeleid en voor de finishing touch gezorgd. Ik heb vooral van haar geleerd hoe ik het ritme van teksten, een vaak ongrijpbaar facet, beter kan krijgen.
Op het resultaat ben ik trots, niet in de laatste plaats door alle samenwerking. Uiteraard zijn eventuele onvolkomenheden op mijn eigenwijze conto te schrijven.